Co-ouderschap en de impact op kinderen: Wat zegt onderzoek?
Steeds meer ouders kiezen na een scheiding voor co-ouderschap, maar wat betekent dit voor de ontwikkeling en het welzijn van kinderen? Recent onderzoek werpt licht op de voor- en nadelen van verschillende co-ouderschapsregelingen en hoe kinderen zich hieraan aanpassen. Dit artikel duikt in de wetenschappelijke inzichten en geeft een onderbouwd beeld van wat werkt in de praktijk.
Kinderen in co-ouderschap: Wat weten we?
Uit verschillende studies blijkt dat kinderen van gescheiden ouders over het algemeen beter gedijen in een stabiele en conflictvrije omgeving, ongeacht het gekozen woonarrangement. Toch heeft co-ouderschap specifieke voordelen, mits de communicatie en samenwerking tussen ouders goed verloopt.
Onderzoek van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) (2023) laat zien dat kinderen in co-ouderschapsregelingen gemiddeld een beter emotioneel welzijn hebben dan kinderen die voornamelijk bij één ouder wonen, mits er weinig conflict is tussen de ouders. Amato & Gilbreth (1999) concludeerden in een grootschalige meta-analyse dat betrokkenheid van beide ouders een positief effect heeft op de academische prestaties, sociale vaardigheden en het zelfvertrouwen van kinderen.
Toch benadrukken onderzoekers dat co-ouderschap geen one-size-fits-all oplossing is. De effectiviteit hangt af van factoren zoals de relatie tussen de ouders, de mate van flexibiliteit en het vermogen om conflicten buiten de kinderen te houden.
Wat werkt in co-ouderschap?
Stabiele routines en voorspelbaarheid
Kinderen gedijen bij structuur. Een duidelijke weekplanning, afspraken over school en vrije tijd en een voorspelbaar schema helpen hen zich veilig te voelen.
Laag conflict tussen ouders
Onderzoek toont aan dat hoog conflict tussen ouders schadelijker is dan het woonarrangement zelf. Spruijt & Kormos (2014) geven aan dat kinderen die blootgesteld worden aan voortdurende spanningen meer stress en emotionele problemen ervaren. Het minimaliseren van conflicten en het voeren van constructieve gesprekken is dus essentieel.
Flexibiliteit zonder chaos
Strikte regels kunnen helpen, maar té rigide afspraken kunnen juist stress veroorzaken als het dagelijks leven verandert. Van der Valk et al. (2008) vonden dat ouders die openstaan voor aanpassingen en veranderingen een positievere invloed hebben op hun kinderen.
Ouders die samen beslissingen nemen
Kinderen ervaren minder stress als ouders hen niet in een loyaliteitsconflict brengen. NJi (2023) benadrukt dat gezamenlijke besluitvorming – waarin ouders kinderen betrekken zonder hen te belasten – helpt om hun gevoel van zekerheid te vergroten.
Uitdagingen in co-ouderschap: Waar gaat het mis?
Hoewel co-ouderschap veel voordelen kan bieden, ervaren sommige ouders obstakels. Uit het rapport van CBS (2022)blijkt dat ongeveer 20% van de co-ouders aangeeft dat communicatie met de ex-partner moeilijk blijft. De meest voorkomende problemen zijn:
Verschillen in opvoedstijlen – Wat bij de ene ouder mag, kan bij de ander verboden zijn, wat leidt tot frustratie bij het kind.
Gebrek aan flexibiliteit – Wanneer ouders star vasthouden aan schema’s, kan dit leiden tot spanningen, vooral als kinderen ouder worden.
Onopgeloste emoties uit de relatie – Ouders die oude conflicten niet loslaten, kunnen deze onbewust in de communicatie over het kind laten doorsijpelen.
Conclusie: Wat betekent dit voor co-ouders?
Wetenschappelijke inzichten bevestigen dat succesvol co-ouderschap draait om communicatie, flexibiliteit en een focus op het welzijn van het kind. Hoewel co-ouderschap niet voor iedereen werkt, blijkt uit onderzoek dat kinderen in een stabiel en conflictvrij co-ouderschap de meeste voordelen ervaren.
Voor ouders is het belangrijk om te blijven reflecteren op hun samenwerking en zich aan te passen waar nodig. Regelmatige evaluaties van het ouderschapsplan en open gesprekken over verwachtingen kunnen bijdragen aan een positieve dynamiek, waarin kinderen zich veilig en geliefd voelen door beide ouders.
Bronnen:
Nederlands Jeugdinstituut (2023). Co-ouderschap en kindwelzijn: wat werkt?
Amato, P. R., & Gilbreth, J. G. (1999). Nonresident Fathers and Children's Well-Being: A Meta-Analysis. Journal of Marriage and Family, 61(3), 557-573.
Spruijt, E., & Kormos, H. (2014). Handboek scheiden en de kinderen. Bohn Stafleu van Loghum.
Van der Valk, I., Spruijt, E., de Goede, M., Maas, C., & Meeus, W. (2008). Marital status, parenting and adolescent adjustment: A structural equation model of a Dutch adolescent cohort. Journal of Divorce & Remarriage, 49(3-4), 285-307.
CBS (2022). Co-ouderschap in Nederland: Trends en uitdagingen.